
Geluiden in het bos. Het zijn wandelaars, zij zingen liederen over de schoonheid van de natuur.
Er klinken doffe slagen in het woud, een zaag knettert, het zijn houthakkers.
Een open plek in het bos (3letters)
Half in de grond, Café Thannhauser.
Binnen staat de waan van de dag aan en werpt zijn gloed.
Aan de stamtafel de vaste drinkers, Saksen, Thüringers, Beieren, Rheinländers en Russen.
Sneeuwwitje en Roodkapje zijn er ook, zij werken in de bediening.
Op zolder de attributen en portretten die getuigen van een groots verleden.
Een verleden van kunst, cultuur en beter weten en erger, maar dan moet je wel de ladder op.
Op de andere ladder, naar de kelder, levert Sint Mercedes slag met de draak,
nauwlettend gade geslagen door de “boze man”.
Hij komt af en toe omhoog om te eten en TV te kijken.
Wij hebben gegeten en gedronken en vervolgen onze voettocht naar Göttingen.
Die lustigen Wandervögel
Inzet grootkapitaal in de oorlogsindustrie
De boze man
Oost en west aan de cafe tafel
Bach, Goethe, Beethoven en Nietschze
tekst